Specialistisch (80 uur)

 

 


Het specialistische deel van de opleiding bestaat uit twee onderdelen:

  • (Intieme) relaties onder druk
  • Werken met protocollen en richtlijnen

(Intieme) relaties onder druk
Het onderzoeken en analyseren van door meningsverschil en conflict gedomineerde escalerende interactiepatronen tussen al dan niet intieme partners staat in deze deelcursus centraal. Denk aan de interactie tussen intieme partners, de ouder-kind interactie, de samenwerking tussen hulpvrager en hulpverlener en tussen hulpverleners onderling of aan samenwerking in nog grotere contexten van organisaties en instellingen. Analyses worden gestuurd vanuit de samenhang tussen: nabijheidregulatie, macht en responsiviteit. In intieme relaties wordt het thema collusie en gender toegevoegd en wordt gebruik gemaakt van de diagnostische modellen van Gottman en Scheinkman. Samenwerkingsproblemen tussen hulpvrager en hulpverlener alsook tussen hulpverleners onderling kunnen leiden tot stagnatie in de hulpverlening en tot crises. De meervoudige systemen benadering (Larger systems ) onderzoekt problemen in de context van de behandeling. Deze context is groter en machtiger dan het gezinssysteem. Denk aan: verwijzers, eerdere hulpverleners, intakeprocedures, de tradities en rituelen van de behandelende organisaties, het team van de hulpverlener en onduidelijke behandelplanning. De behandelingscontext kan problemen creëren, instandhouden en gezinstherapeutische interventies negatief beïnvloeden.

Werken met protocollen en richtlijnen
In deze deelcursus staat het werken met gezinnen en echtparen centraal, bij wie zich psychopathologische symptomen voordoen. De nadruk ligt op de samenhang tussen ontwikkelingspsychopathologische verschijnselen van gezinsleden, de fase waarin het gezin of echtpaar zich bevindt en specifieke gezinsconstellaties. De cursist leert psychopathologie van kinderen, jeugdigen en volwassenen te herkennen en in de gezinscontext te plaatsen: de én - én benadering. De interactie tussen deze twee beschrijvingen van de psychologische werkelijkheid staat continu in de aandacht. Het doel is vanuit de samenhang tussen taxatie van de inhoud van de last èn interactietypologie te leren kiezen voor een directe of indirecte therapeutische benadering. Hierbij wordt gewerkt met protocollen en richtlijnen en andere interventies die zoveel als mogelijk evidence based zijn. Specifieke gezinsconstellaties en ouder- en gezinsomstandigheden zoals Echtscheiding, het Nieuwe Stief Gezin, Pleeg- en Adoptief gezin, Zelfde-sekse ouders, Psychische problemen van ouders (KOPP-problemen), Alcohol en drugsproblemen, Verlies en rouw, Incest en Seksueel misbruik, komen aan bod. Hierbij wordt geleerd om te werken met het genogram, narratieve en oplossingsgerichte interventies, intergenerationele aspecten, gezinsstructuur analyses en het gezinsfase stressoren model. Er is specifieke aandacht voor het gebruiken van de richtlijn voor Systemische Consultatie. Deze kan bij gestagneerde hulpverleningssysteem soms nog een kans bieden om de door de stagnatie ontstane schade voor alle partijen te beperken.